dinsdag 19 mei 2015

Het graf van Lucien Van den Hove in Léopoldville (Kinshasa)

Het graf van Lucien Van den Hove
Lucien Van den Hove, een broer van mijn grootvader Frans Van den Hove, overleed op 7 april 1942 in Léopoldville (het huidige Kinshasa) en werd daar ook begraven. Recent dook er een foto op van zijn graf in Belgisch Congo waar ik al erg lang naar op zoek was (met dank aan Geertrui Berlengé). Er moeten ooit meerdere exemplaren geweest zijn van deze foto, gemaakt in de jaren '60 (?), maar die zijn allemaal verloren gegaan. 

Er zat ook een krantenknipsel bij waarin de dood van Lucien werd gemeld. Interessanter was een haast onleesbaar stukje tekst dat met potlood in de kantlijn van het artikel was geschreven: "
Wij hebben dit den 21 Juli 1942 vernomen en gij?" Dat zinnetje verwijst wellicht naar de bijzondere omstandigheden waarin hij stierf. Lucien overleed immers tijdens de Tweede Wereldoorlog. België was toen bezet gebied en de communicatie met de kolonie zal op dat ogenblik wel heel erg moeilijk geweest zijn. Wellicht heeft onze familie in België zijn dood pas maanden later vernomen.

Enkele jaren geleden vond ik in zijn administratief dossier (bewaard in het 
Afrika-archief) ook een kopie van een telegram terug, verzonden vanuit Léopoldstad naar de Belgische regering en administratie in ballingschap in Londen, waarin zijn overlijden werd gemeld.

Administratieve fiche (Afrika-archief) met foto's van Lucien Van den Hove en zijn echtgenote Juliette Van Damme

Lucien Van den Hove

Overlijdensbericht Lucien Van den Hove


maandag 18 mei 2015

De spaarschat van Hélène Becké uit Deftinge

Als men het heeft over een muntschat of een muntvondst dan denken de meesten onwillekeurig aan een bodemvondst: een pot gevonden tijdens afbraakwerken, een toevallige vondst bij het ploegen van een akker of een goed gedocumenteerde vondst tijdens archeologische opgravingen. Dit houdt meteen in dat het vaak een onmogelijke opgave is om de oorspronkelijke eigenaar van de schat op te sporen waardoor het erg moeilijk is om de schat is zijn juiste economische en sociale context te plaatsen.  Maar er bestaat een ander soort 'schatten' dat nauwelijks of geen aandacht krijgt: de spaarpotten of spaarkousen die van generatie op generatie overgeleverd worden tot ze op een goede dag verdeeld worden zonder verdere sporen na te laten. Het is een herkenbaar verhaal: een grootouder overlijdt en bij het opruimen van de woning wordt een stapeltje oude - zilveren of gouden - munten gevonden, die vervolgens worden verdeeld tussen erfgenamen.

In mijn familie (langs moeders zijde) circuleren verschillende oude zilveren munten. Het zijn delen van wat ooit een spaarpot of spaarkous was die toebehoorde aan Hélène Becké (1899-1965), echtgenote van August de Geyter (1896-1963). De zilveren munten zijn in de loop der tijd verdeeld geraakt onder kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Op 6 juli 2008 kon ik tijdens een familiebijeenkomst alle munten bij elkaar brengen, de details noteren en een foto maken. Volgens mijn grootvader werden de munten oorspronkelijk in een stenen kruikje bewaard. Alle munten zijn stukken van 5 francs. Hoewel alle munten gebruikssporen vertonen zijn, vertoont geen enkel exemplaar bijzondere slijtage.


België: 10 x 5 francs = 50, francs
Leopold I (1831-1865): 1849, 1852
Leopold II (1865-1909): 1869, 1871 (2x), 1873 (5x)

Frankrijk: 12 x 5 francs = 60,- francs
Louis Philippe (1830-1848): 1832 (Paris), 1837 (Lille), 1838 (Rouen), 1839 (Rouen), 1841 (Rouen), 1841 (Lille)
Seconde République (1848-1852): 1848 (Paris)
Troisième République (1871-1940): 1873 (Paris) (4x); 1873 (Bordeaux ?)

Vermits de meest recente munten dateren van 1873 en dat ook de jongste munten gebruikssporen vertonen, mag men ervan uitgaan dat de sluitdatum zich rond dat jaar situeert. Het ontbreken van de vrij vaak voorkomende Belgische 5 francsmunten uit 1875 en 1876 en van recentere Franse 5 francsmunten lijkt dit te bevestigen. Dat betekent in elk geval dat Hélène Bécké, die pas in 1899 geboren werd, de schat niet zelf kan samengesteld hebben. 
Zij moet hem geërfd hebben van haar ouders of via de familie van haar echtgenoot.

De volledige spaarschat van Hélène Becké
De aanwezigheid van Franse munten moet geen verwondering wekken. Zij illustreren treffend de invloed van de Latijnse Muntunie op de muntcircultatie in België. Op 23 december 1865 sluiten Frankrijk, België, Italië en Zwitserland een verdrag waardoor de munten van de verschillende partners onbeperkt mogen circuleren binnen de deelnemende landen. Later sluiten nog andere - uiteindelijk in totaal 26 - landen zich aan. Hoewel de Latijnse Muntunie in theorie blijft bestaan tot 1 januari 1927 betekent de Eerste Wereldoorlog in praktijk het einde van deze voorloper van de euro. Toch kan men zich vragen stellen bij het feit dat meer dan de helft van de munten van Franse oorsprong is. Wellicht wijst dit erop dat de spaarschat samengesteld werd in de omgeving van de Frans-Belgische grens.

Waarde?
Hoewel het erg moeilijk is om een juist idee te krijgen van de waarde van de schat op het ogenblik van de samenstelling, kan men toch een indruk krijgen door het totale bedrag - 110,- francs - te vergelijken met het dagloon van een arbeider. Dat bedraagt rond 1870 ongeveer 2,- tot 2,50 francs. De spaarpot vertegenwoordigt dus ongeveer 50 daglonen. Geen gering bedrag! Vandaag de dag zijn de munten niet meer waard dan hun gewicht in zilver, enkele euro's dus. De waarde moet vooral gezocht worden in het verleden dat de stukken met zich meedragen.
Info:
Gabriëlle Hélène Becké
Geboren: Deftinge, 13/12/1899
Overleden: Deftinge, 5/02/1965
Echtgenoot: August De Geyter

(met dank aan de heer Raf Van Laere voor de determinatie van de munten en zijn input voor deze tekst).

zondag 17 mei 2015

De verloofde van piloot Jean-Hilaire Thesin

Palmyre Van Balberghe
Toen piloot Jean-Hilaire Thesin (familie van mijn grootmoeder Adeline Thesin) om het leven kwam bij een vliegtuigongeluk op 22 september 1934 was hij ongehuwd, in tegenstelling tot de andere piloot Guillaume Paquay. 

Recent ontving ik echter informatie dat hij op dat ogenblik verloofd was met Palmyre Van Balberghe (geboren op 1 september 1911 en overleden op 9 februari 2003). Zij woonde in de jaren '30 van vorige eeuw in Brussel en heeft daar wellicht Jean-Hilaire leren kennen. Ik ontving via haar zoon (Vandersteene Daniël) een mooie foto van Hilaire Thesin die steeds in het bezit is geweest van zijn moeder en werd gemaakt ongeveer 6 maanden voor zijn dood.

Piloot Jean-Hilaire Thesin. Foto gemaakt 6 maanden voor zijn dood
Info:
Jean-Hilaire Thesin
Geboren: Erembodegem, 9/11/1904
Overleden: Perk, 22/09/1934
Verloofd met: Palmyre Van Balberghe
Moeder: Maria Raes
Vader: Jan Marinus Thesin

Jozef Thesin, een soldaat in de Groote Oorlog

Graf van Jozef Thesin
Op 25 oktober 2014 was het exact 100 jaar geleden dat een familielid sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog: Jozef Desideratus (Josephus Desiderius) Thesin, geboren in Erembodegem op 5 oktober 1892, landbouwer van beroep. Hij werd gemobiliseerd als soldaat in het Belgisch leger (9de Linieregiment) en sneuvelde op 25 oktober 1914, tijdens de Slag om de IJzer. Hij was 22 jaar oud. Hij had op dat ogenblik al de zware gevechten doorstaan rond de forten van Luik (Sart-Tilman) op 5 en 6 augustus (waar zijn regiment letterlijk werd gehalveerd) en de hevige strijd rond Antwerpen.
In de 'Tweede Lijst der Belgische Soldaten Gesneuveld voor het Vaderland', opgemaakt door het Rode Kruis, staat zijn familienaam fout gespeld als Thosin. De overlijdensakte in zijn militair dossier werd pas in 1917 opgemaakt en bevat erg weinig informatie. Er staat enkel vermeld dat hij sneuvelde in Ramskapelle op 25 oktober. Op zijn doodsprentje staat iets afwijkende informatie: namelijk dat hij sneuvelde op 26 oktober 1914 op 
"wachtpost op het bruggehoofd van Sint-Joris-aan-de-IJzer". Het
 Ie Bataljon van het 9de Linieregiment was op 24, 25 en 26 oktober inderdaad in gevecht te Sint-Joris (Saint-Georges), samen met elementen van de tweede legerdivisie. In de nacht van 25 op 26 oktober kregen de Belgische troepen in die regio erg zware artilleriebeschietingen te verduren. Soldaat Raoul Snoeck beschrijft die hel in zijn oorlogsdagboek: "25 oktober. De toestand wordt onhoudbaar. De loopgraven zijn verkruimeld door het schroot. Het terrein tussen de IJzer en de spoorweg wordt dag en nacht systematisch beschoten. Het puin stapelt zicht op. We worden letterlijk besproeid met shrapnels. (...) Dit is geen gevecht meer, dit is een slachtpartij. (...) De Duitsers zijn er in geslaagd de IJzer over te steken bij Diksmuide en Sint-Joris. (...); 26 oktober. Hevig artillerieduel. De Duitsers voeren een nieuwe aanval uit. We worden teruggeslagen achter de spoorlijn, waar we erin slagen hun kracht te breken. Maar projectielen van alle kalibers verpletteren ons, we vallen als vliegen". Jozef Thesin is dus wellicht in de nacht van 25 op 26 oktober gesneuveld, net vóór de IJzervlakte onder water werd gezet en de frontlijn langs de spoorweg Nieuwpoort-Diksmuide voor vier jaar tot stilstand kwam. Langs die oude spoorweg (nu een toeristisch fietspad) bevindt zich de Belgische militaire begraafplaats van Ramskapelle met het graf van Jozef Thesin. Heel veel graven van Belgische soldaten in Ramskapelle hebben geen naam. Dat is niet zo verwonderlijk. De eenvoudige houten kruisjes overleefde vaak de lange oorlogsjaren niet. 

Een bericht van zijn overlijden werd gepubliceerd in de krant De Volksstem op 8 februari 2016. De eredienst in de kerk van Erembodegem vond twee dagen later plaats. Zijn familie heeft dus pas 15 maanden later zijn overlijden vernomen.
Ontwerp nieuw uniform
Jozef Thesin
De naam Jozef Thesin staat vermeld op een gedenkteken aan de kerk van Erembodegem. In een boek over het dorp Erembodegem (Erembodegem. Een dorp, twee oorlogen, van auteur Cynrik De Decker) staat een opmerkelijke foto afgebeeld van soldaat Jozef Thesin. Opmerkelijk omdat hij poseert in een leger uniform dat nooit werd ingevoerd. In 1911 werd er een poging ondernomen om een nieuw uniform in te voeren in het Belgisch leger. De hoofdkleur was grijsblauw en de bijhorende helm deed volgens de toenmalige kranten denken aan die van de koloniale agenten en Londense politieagenten. Het 9de en het 12de Linie ontvingen samen met het 2de Jagers te Paard een dertigtal van deze uniformen als proef. Jozef Thesin behoorde tot het 9de Linie én tot de lichting 1912 wat dus wellicht verklaart waarom hij op de foto in dat uniform poseert. Het uniform werd uiteindelijk niet aangenomen. De foto kan dus enkel gemaakt zijn tijdens zijn de legerdienst van Jozef Thesin in 1912. In het Koninklijk Legermuseum in Brussel is een vitrine aanwezig waarin ondermeer de helm staat opgesteld die bij dit uniform hoorde.


Overlijdensbericht in de krant De Volksstem

Helmen 9de Linie in het Koninklijk Legermuseum Brussel















Info:
Josephus Desiderius Thesin
G
eboren: Erembodegem, 5/10/1892

Overleden: Ramskapelle, 25/10/1914
Moeder: Marie-Léontine Raes
Vader: Jan-Marinus Thesin